Eerder dit jaar informeerden we je al over de wijzigingen in de groottecriteria voor ondernemingen die er kwamen als gevolg van de omzetting van een Europese richtlijn in het wetboek van vennootschappen en verenigingen. Voor het eerst sinds de invoering van dit wetboek werden de groottecriteria geïndexeerd om rekening te houden met de hoge inflatie van de afgelopen jaren. Aanvankelijk waren er geen overgangsbepalingen voorzien in de wetgeving, maar dankzij de wet van 15 mei 2024 werden deze uiteindelijk wel ingevoerd. Onlangs heeft ook de Commissie voor Boekhoudkundige Normen een nieuw advies (CBN-advies 2024/07) uitgebracht over de toepassing van deze nieuwe groottecriteria. We lichten de belangrijkste punten van deze wijzigingen en de gevolgen voor jou toe.
Wat zijn de nieuwe groottecriteria?
Vooreerst zetten we nieuwe drempels nog even op een rij dewelke van toepassing zijn op boekjaren die starten na 31 december 2023.
Microvennootschappen
Onder “microvennootschappen” wordt verstaan, kleine vennootschappen met rechtspersoonlijkheid die geen dochtervennootschap of moedervennootschap zijn en die op balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar niet meer dan één der volgende criteria overschrijden:
Oude drempels | Nieuwe drempels | |
Omzet | 700.000 EUR | 900.000 EUR |
Balanstotaal | 350.000 EUR | 450.000 EUR |
Personeel | 10 werknemers | 10 werknemers |
Kleine vennootschappen
Kleine vennootschappen zijn vennootschappen met rechtspersoonlijkheid die op balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar, niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden:
Oude drempels | Nieuwe drempels | |
Omzet | 9.000.000 EUR | 11.250.000 EUR |
Balanstotaal | 4.500.000 EUR | 6.000.000 EUR |
Personeel | 50 werknemers | 50 werknemers |
Overschrijdt de vennootschap wel meer dan 1 van deze laatste criteria, dan wordt ze als een grote vennootschap beschouwd.
Groepen van beperkte omgang
Een vennootschap samen met haar dochtervennootschappen, of vennootschappen die samen een consortium uitmaken, worden geacht een groep van beperkte omvang te vormen, indien deze vennootschappen samen, op geconsolideerde basis, niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden:
Oude drempels | Nieuwe drempels | |
Omzet | 34.000.000 EUR | 42.500.000 EUR |
Balanstotaal | 17.000.000 EUR | 21.250.000 EUR |
Personeel | 250 werknemers | 250 werknemers |
Wanneer zijn ze van toepassing?
De nieuwe criteria zijn van toepassing op de boekjaren die een aanvang nemen na 31 december 2023.
Het overschrijden van meer dan één van deze drempels heeft pas gevolgen als dat twee boekjaren na elkaar gebeurt (het consistentiebeginsel). Als een kleine vennootschap in jaar X en X+1 de drempels overschrijdt wordt ze pas in jaar X+2 groot. Eénmalig heeft de wetgever echter voorzien in een uitzondering. Voor het eerste boekjaar dat afsluit na 31 december 2023 geldt het conistentiebeginsel niet en wordt eenmalig enkel rekening gehouden met de omzet, het balanstotaal en het aantal werknemers van het betrokken boekjaar. Het eerste boekjaar dat aanvang heeft genomen na 31 december 2023 is dan het boekjaar waarop de gevolgen van toepassing zijn. Enkele voorbeelden ter verduidelijking:
Voor boekjaren die het kalenderjaar volgen is 2024 dus het eerste boekjaar dat onder de nieuwe wetgeving valt en worden de nieuwe criteria dus enkel toegepast op de cijfers van het boekjaar dat afsluit op 31 december 2024. Of de vennootschap klein of groot was in voorgaande boekjaren speelt geen rol voor de bepaling van boekjaar 2024. Vanaf boekjaar 2025, het 2de boekjaar nadat de nieuwe criteria van toepassing zijn, wordt er opnieuw naar de voorgaande 2 boekjaren gekeken (boekjaren 2023 en 2024) voor de bepaling van de grootte van de vennootschap in 2025.
Heeft jouw vennootschap een gebroken boekjaar, dan is de situatie iets complexer. Stel dat het boekjaar eindigt op 31 maart 2024, dan is het eerste boekjaar waarop de nieuwe criteria van toepassing zijn het boekjaar dat een aanvang neemt na 31 december 2023, zijnde het boekjaar dat loopt van 1 april 2024 tot 31 maart 2025. De nieuwe groottecriteria worden echter getoetst aan de cijfers van het boekjaar dat een afsluitdatum heeft na 31 december 2023. In dit voorbeeld is dat 31 maart 2024. Overschrijdt de vennootschap op 31 maart 2024 meer dan één van de nieuwe criteria? Dan wordt ze voor het boekjaar dat afsluit op 31 maart 2025 meteen beoordeeld als groot. Ook hier geldt dat er vanaf het 2de boekjaar nadat de nieuwe criteria in werking traden, in casu het boekjaar dat afsluit op 31 maart 2026, naar de voorgaande 2 boekjaren gekeken wordt voor de bepaling van de grootte.
Binnen enkele maanden sluiten de eerste boekjaren af (met afsluitdatum 31 december 2024) die onder de nieuwe regeling vallen. Opgelet, jouw vennootschap kan dus mogelijks op basis van enkel dat boekjaar meteen als groot beschouwd worden. In het verleden zat er door het consistentiebeginsel een vertraging op van 2 jaar die pas het 3de boekjaar zijn gevolg had. Bovendien kan het zijn dat de vennootschap pas vast stelt dat ze opeens groot is als het boekjaar al voorbij is. Ziet het er naar uit dat je vennootschap zich dicht tegen de drempelwaarden bevindt? Hou dan nu al rekening met de gevolgen.
Waarom is het van belang of mijn vennootschap groot of klein is?
Grote, kleine of microvennootschappen worden op verschillende vlakken anders behandeld, denk hierbij o.a. aan:
- Uitgebreidere financiële rapportering voor grote vennootschappen zoals het opstellen van een jaarrekening in het volledig schema i.p.v. het verkort of microschema alsook het opstellen van een jaarverslag. Voor groepen die niet beschouwd kunnen worden als een groep van beperkte omvang moet bovendien ook een geconsolideerde jaarrekening opgesteld en gepubliceerd worden.
- De verplichte aanstelling in grote ondernemingen van een commissaris die de wettelijke controle van de jaarrekening uitvoert. We merken ook op dat als een Belgische onderneming deel uitmaakt van een (internationale) groep die geconsolideerde cijfers opstelt, laat controleren en publiceert steeds verplicht is een commissaris aan te stellen voor de Belgische vennootschap, ook al zou ze door de groottecriteria als klein beschouwd worden. Omwille van deze reden zijn er heel wat ‘kleine’ Belgische dochterondernemingen van internationale groepen die alsnog een commissaris dienen aan te stellen.
- Fiscale gunstmaatregelen voor micro- en kleine vennootschappen, zoals verlaagde tarieven in de vennootschapsbelasting, de mogelijkheid tot uitkering van dividenden onder het VVPR-bis regime, de aanleg van liquidatiereserves of een meer voordeligere investeringsaftrek. Let hier wel op dat fiscaal de criteria altijd op geconsolideerde basis worden beoordeeld (in geval van groepen).
- Vaak worden kleine vennootschappen ontzien of bijkomend ondersteund in nieuwe wetgeving of maken ze exclusief aanspraak op subsidies en andere steunmaatregelen.
Kortom, de kwalificatie van jouw vennootschap als klein of groot is niet enkel een label, het heeft ook significante gevolgen.
Onze PKF BOFIDI experten helpen je graag verder
Heb je vragen over de berekening van de groottecriteria of over de gevolgen ervan voor jouw vennootschap? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. We staan klaar om je hierbij te helpen.
Dit artikel werd geschreven door Jasper Meert, bedrijfsrevisor bij PKF BOFIDI Audit.