You better think twice: waarom bestuurders beter goed nadenken over (een voorstel tot) dividenduitkeringen

PKF BOFIDI Legal   |  

<< Terug naar B-CONNECTED

Bij het voorstel om een dividend of tantième toe te kennen, moet je als bestuurder rekening houden met het totaalplaatje van de vennootschap. Het Hof van Cassatie bevestigde in haar arrest van 23 mei 024 (c.23.0088.N/1) immers dat je breder moet kijken dan enkel naar de kwantitatieve beperkingen die opgelegd worden door de wet.

Het arrest boog zich over een beslissing waarbij de bestuurder aansprakelijk gesteld werd voor diens voorstel aan de algemene vergadering om een dividend uit te keren dat uiteindelijk zou bijdragen aan het latere faillissement van de vennootschap. Dit dividend doorstond de netto-actieftest van het oud artikel 320, § 1 Wetboek van vennootschappen (“WVenn”), hetgeen trouwens niet eens ter discussie stond in deze zaak. Vandaag vindt dit artikel nog steeds toepassing onder het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (“WVV”) in de artikelen 5:142 voor de BV, 6:115 voor de CV en 7:211 voor de NV. Vergeet ook de liquiditeitstesten niet voor de BV en CV (5:143 en 6:116 WVV respectievelijk).

In dit concrete geval was de activiteit van de vennootschap al een aantal jaren verlieslatend. Door een verkoop van een onroerend goed en herwaarderingen steeg het eigen vermogen in dat boekjaar evenwel en kon er een uitzonderlijke winst geboekt worden. Door de verkoop van het onroerend goed moest de vennootschap echter dit onroerend goed opnieuw huren, wat natuurlijk een maandelijkse kost met zich meebracht. Bovendien bleef de activiteit in een zeer concurrentiële internationale markt opereren en was er een terugval in de verkoop. Het was dus niet onwaarschijnlijk dat de resultaten in de daaropvolgende jaren zouden blijven tegenvallen.

Toch besliste het bestuur om op de algemene vergadering de uitkering van een dividend en tantième voor te stellen. Nog een deel van de uitzonderlijke winst werd aangewend om overgedragen verliezen aan te zuiveren. Hiermee werd nagenoeg de volledige winst opgesoupeerd. Het dividend werd gebruikt om (onrechtstreeks) de rekening-courant schuld van de vennootschap aan de bestuurder terug te betalen. Al in het volgende boekjaar draaide de vennootschap opnieuw een verlies. Een jaar na de uitkering van het dividend kon de huur niet meer betaald worden en nog een paar maanden later werd de vennootschap failliet verklaard en werden er curatoren aangesteld.

Het Hof van Beroep oordeelde dat de algemene vergadering dan wel formeel het dividend goedkeurde en kwijting verleende aan de bestuurder, maar dat de meerderheidsaandeelhouder ook de bestuurder was en dat de bestuurder dus al van te voren wist dat de algemene vergadering deze beslissing zou goedkeuren. Het Hof stelde dat hiermee “ze haar belangen [liet] primeren op die van de schuldeisers” en dat de vennootschap hiermee werd “ontdaan van een noodzakelijke buffer om haar overlevingskansen te garanderen”. Het Hof oordeelde dat “een redelijke vooruitziende bestuurder geen voorstel [zou] hebben gedaan om de winst integraal uit te keren”.

Het Hof van Beroep besloot dat aan de voorwaarden voldaan waren om de bestuurder persoonlijk en al dan niet hoofdelijk aansprakelijk te verklaren voor het geheel of een deel van de schulden van de vennootschap ten belope van het tekort conform oud artikel 61, §2 WVenn (equivalent artikel 2:54 WVV).

Het Hof van Cassatie bevestigde het arrest van het Hof van Beroep en meer bepaald dat er sprake was van een kennelijke grove fout in hoofde van de bestuurder, ook al doorstond het dividend de kwantitatieve beperkingen in artikel 320, § 1 WVenn (artikel 5:142 WVV) en werd het dividend goedgekeurd door de algemene vergadering. Voordat je een dividend zou voorstellen aan de algemene vergadering, kan je als bestuurder dus best overleggen met je adviseur of dit de beste beslissing is voor jouw vennootschap.

Onze PKF BOFIDI Legal-experten staan voor jou klaar

Heb je vragen over dividenduitkeringen? PKF BOFIDI Legal staat klaar om jou te helpen. Onze experts bieden gepersonaliseerd advies en begeleiding om ervoor te zorgen dat jouw onderneming juridisch compliant is en blijft, zodat jij je kan focussen op je hoofdactiviteiten. Neem contact met ons op voor meer informatie.

Dit artikel werd geschreven door Irene Tromp, zij is gespecialiseerd in vennootschapsrecht, fusies & overnames en ondernemingsrecht.


Vorige

«

Volgende

»