Toelichting btw-tarief van 6% voor afbraak en heropbouw

Annelies Renier   |  

<< Terug naar B-CONNECTED

Op vrijdag 26 april heeft de administratie een nieuwe circulaire gepubliceerd (2024/C/30) die de nieuwe permanente regeling inzake het verlaagd tarief voor afbraak en heropbouw van toepassing sinds 1 januari 2024 verder toelicht. Hierbij wordt ook verder ingegaan op de overgangsmaatregelen van toepassing op projecten die nog onder één van de oude regelingen (32 steden of tijdelijke regeling) vielen.

In haar nieuwe circulaire 2024/C/30 geeft de administratie nu verdere toelichting bij deze nieuwe permanente regeling. Het valt meteen op dat een aantal toleranties van de eerdere circulaire 2021/C/18 betreffende de tijdelijke regeling worden behouden. Dit mag niet verwonderen, nu de nieuwe permanente regeling nauw aansluit bij de eerdere tijdelijke regeling. Op verschillende plaatsen wordt letterlijk verwezen naar de eerdere circulaire betreffende de tijdelijke regeling (2021/C/18), bv. inzake het bepalen van de bewoonbare oppervlakte van 200m².

Ook kondigt deze circulaire reeds de uitbreiding van de permanente regeling aan die waarschijnlijk 1 juni 2024 zal volgen, inzake particulier verhuur en een uitbreiding van de mogelijkheden tot sociaal verhuur.

De circulaire bevat toch een aantal nieuwigheden ten opzichte van de eerdere regeling:

  • Er wordt meer in detail ingegaan op de vereiste van ‘nauwe verbondenheid’ tussen de afbraak en de heropbouw. Volgens de administratie zal uit een geheel van handelingen moeten blijken of de intentie van afbraak heropbouw bij aanvang aanwezig is. Zo kan een groot tijdsverloop tussen de afbraak en de heropbouw een element zijn om deze nauwe verbondenheid in twijfel te trekken;
  • Er wordt uitdrukkelijk vermeld dat ook assistentiewoningen, voor zover aan de voorwaarden voldaan is, binnen het toepassingsgebied van dit verlaagd tarief kunnen vallen;
  • De noodzakelijke verklaringen werden aangepast aan de nieuwe regelgeving – er is een verklaring bij eigen bewoning en een andere voor woningen bestemd voor sociale verhuur;
  • Er wordt uitdrukkelijk verwezen naar beslissing E.T. 120.125 – een levering van nieuwe gebouwen, via een verkoop van het oude gebouw samen met een aannemingsovereenkomst – wordt door de administratie als misbruik beschouwd, blijkbaar niet alleen voor renovatie, maar ook wat betreft afbraak en heropbouw;
  • De mogelijkheid om het verlaagd tarief toe te passen bij noodweer – en dus ‘onvrijwillige afbraak’ wordt permanent.

Tot slot wordt ingegaan op de overgangsmaatregelen voor de projecten die nog onder de vorige maatregelen vallen:

  • De permanente 32-steden maatregel:
    • Voor werken tot 31/12/2024 kan het verlaagd tarief van deze maatregel nog verder toegepast worden;
    • Vanaf 1 januari 2025 kan het verlaagd tarief voor de nieuwe regeling toegepast worden, mits uiterlijk op 31/5/2025 een aangifte onder nieuwe regeling wordt ingediend bij de administratie en een afschrift hiervan aan de dienstverleners wordt overhandigd
    • Indien dit niet gebeurt, zal voor facturen vanaf 1/1/2025, ook al is het een lopend project, het normale tarief van 21% van toepassing zijn;
  • De tijdelijke regeling voor het hele grondgebied – wat betreft de levering van nieuwe gebouwen (de overige punten zijn overgenomen in de nieuwe permanente regeling en dienen volgens de administratie geen overgangsregeling):
    • Ook in de overgangsperiode is voor facturen sinds 1 januari 2024 een nieuwe verklaring 111.3-2024 nodig om van het 6%-tarief gebruik te kunnen maken bij leveringen (of verkoop op plan). De administratie laat toe deze nog in te dienen tot uiterlijk 1 juni 2024. Tot de nieuwe verklaring, kan naar de eerder ingediende verklaring verwezen worden om het verlaagd tarief te mogen toepassen.
  • Er wordt ook verduidelijkt dat wanneer de overgangsmaatregel van toepassing is, wijzigingen in de omgevingsvergunning die recht geven op het gebruik van deze regeling een invloed kunnen hebben, wanneer bijvoorbeeld de bestemming van het gebouw, het aantal wooneenheden (appartementen) of percelen gewijzigd worden.

Voor reeds lopende projecten is het dus zeker van belang te verifiëren of een nieuwe verklaring noodzakelijk is. Ook bij wijzigingen van het project moet bij projecten die gebruik maken van de overgangsmaatregel nagegaan worden of alle voorwaarden wel nog steeds voldaan zijn.

Onze PKF BOFIDI-experten helpen je graag verder

Heb je vragen over het btw-tarief van 6% voor afbraak en opbouw? Aarzel dan niet om Annelies Renier, btw-expert van PKF BOFIDI te contacteren. Zij helpt je graag verder.

Dit artikel werd geschreven door Annelies Renier.


Vorige

«

Volgende

»