Arrest van het Europese Hof van Justitie: een tijdelijke opschorting van de openbaarheid van het UBO-register

PKF BOFIDI Legal   |  

<< Terug naar B-CONNECTED

Het Hof van Justitie heeft in een recent arrest (HvJ 22 november 2022, C-37/20 en C-601/20, WM en Sovim SA t. Luxembourg Business Registers) geoordeeld dat de publieke toegang tot informatie over uiteindelijke begunstigden via het UBO-register een ernstige inmenging vormt op de grondrechten op de eerbiediging van het privéleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens (artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie). Volgens het Hof brengt dit een onevenredig risico mee voor uiteindelijk begunstigden en is de bepaling om in alle gevallen toegang te geven tot het UBO-register ongeldig.

Wat is het UBO-register?

Sinds de vierde Europese Anti-witwasrichtlijn is elke Europese lidstaat verplicht een UBO-register in te stellen. UBO wijst op “Ultimate Beneficial Owner” of “uiteindelijk begunstigden”. Aan de hand van het UBO-register is te achterhalen wie de eigenaar, een belanghebbende is of degene die zeggenschap heeft binnen een onderneming. Het UBO-register geeft toegang tot informatie over de economische eigendom van geregistreerde entiteiten en heeft als doel om transparantie binnen vennootschapsstructuren te creëren om het witwassen van geld, de financiering van terrorisme en fraude tegen te gaan. In België bestaat sedert enkele jaren de verplichting voor elke onderneming om
haar uiteindelijk begunstigden te registreren in het UBO-register (toegang via https://financien.belgium.be/nl/E-services/Ubo-register).

Arrest van het Hof van Justitie 22 november 2022

Naar aanleiding van een weigering door de “Luxembourg Business Registers”, beheerder van het UBO-register in Luxemburg, van verzoeken tot uitsluiting van de publieke toegang tot informatie inzake uiteindelijk begunstigden, heeft de Luxemburgse rechtbank prejudiciële vragen gesteld naar de geldigheid van de bepalingen van het Unierecht over de regeling van de publieke toegang tot informatie over uiteindelijk begunstigden.

In het arrest heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat de bepaling uit de Anti-witwasrichtlijn die de algemene openbaarheid regelt in het UBO-register onverenigbaar is met het grondrecht op de eerbiediging van het privéleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens. De publieke toegang tot de informatie over uiteindelijk begunstigden vormt een inmenging op het privéleven doordat het een onbeperkt aantal personen de mogelijkheid geeft om informatie te verkrijgen over de materiële en financiële situatie van uiteindelijk begunstigden, zonder dat uiteindelijk begunstigden kennis hebben voor welke (frauduleuze) doeleinden de persoonsgegevens worden gebruikt. Het vrijelijk ter beschikking stellen van deze persoonsgegevens aan het grote publiek kan leiden tot misbruik van persoonsgegevens, aangezien informatie over de materiële en financiële situatie van de uiteindelijke begunstigden door eender wie kan worden bewaard en verspreid.

Een inmenging op de eerbiediging op het privéleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens kan namelijk enkel gerechtvaardigd worden, indien er een doel van algemeen belang wordt nagestreefd en de maatregel passend, strikt noodzakelijk en evenredig is. Hoewel het Hof erkent dat de publieke toegang tot informatie over uiteindelijk begunstigden geschikt is om bij te dragen tot het tegengaan van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, oordeelt het Hof dat de inmenging met de grondrechten verder gaat dan noodzakelijk is en niet evenredig is met het nagestreefde doel.

Wat is het gevolg van het arrest op het Belgisch UBO-register?

Hoewel de uitspraak van het Hof van Justitie betrekking heeft op de ongeldigheid van de openbaarheid van het UBO-register in Luxemburg, heeft dit ook een impact op alle andere Europese lidstaten. Zo is er in het Belgisch UBO-register een tijdelijke opschorting van de publieke toegang tot de informatie van uiteindelijke begunstigden. De publieke consultatie van het UBO-register is sinds 22 november 2022 tijdelijk niet mogelijk.  Het is enkel de fiscale administratie en andere bevoegde autoriteiten die nog toegang hebben tot het UBO-register.

De opschorting van de publieke toegang tot de informatie over uiteindelijke begunstigden heeft evenwel geen invloed op de verplichting voor juridische entiteiten om UBO’s te registreren en jaarlijks te bevestigen. Dit kan ook middels het digitale effectenregister eStox dat BOFIDI Accountants voor u kan opmaken.

Onze Bofidi-experten helpen je graag verder.

Heb je specifieke vragen over deze nieuwe tijdelijke opschorting of algemene vragen over het UBO-register?  Aarzel dan niet om ons te contacteren.

Het Bofidi Legal-team helpt je graag verder.

Dit artikel werd geschreven door Jenny Cheung.


Vorige

«

Volgende

»