Het is oud nieuws indien we zouden zeggen dat de Belgische fiscaliteit steeds complexer wordt, waarbij de continue wijzigingen dit uiteraard in de hand werken.
De wetgever besloot (opnieuw) de fiscaliteit omtrent mobiliteit onder de loep te nemen als gevolg van de stuwende kracht van bedrijven die hun interne mobiliteitpolicy’s trachten “werknemersvriendelijk” te maken.
Als gevolg van de ostentatieve bewegingen omtrent mobiliteit binnen de bedrijven en het bewust omgaan met het milieu, samen met de technologische vooruitgang die geboekt werd omtrent de elektrische wagens, heeft de wetgever de fiscale mobiliteit zowat “heruitgevonden”. Hieronder zal kort de oude regeling uiteengezet worden, gevolgd door een toelichting van de belangrijkste wijzigingen.
Oude regeling – Tot en met 31 december 2019
Het aftrekbeperkingspercentage van autokosten is in principe gelinkt aan de CO2-uitstoot (i.e. NEDC-waarde). Voor een aantal ‘posten’ werden specifieke bijkomende regels toegepast:
- De brandstofkosten worden beperkt tot 75% aftrekbaarheid;
- De terugbetaalde autokosten aan werknemers, bestuurders of zaakvoerders: 30% aftrekbaar aan 75% en 70% volgens de CO2-uitstoot;
- Terugbetaling autokosten aan werknemers: 30% aftrekbaar aan 75% en 70% volgens de CO2-uitstoot;
- VAA – Er dient 17% verworpen te worden of 40% indien de vennootschap de brandstofkosten ten laste neemt voor het persoonlijk gebruik van de werknemer.
Nieuw regeling – Vanaf 1 januari 2020
Er zal vanaf aanslagjaar 2021 (verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt vanaf 1 januari 2020) een nieuwe berekeningsformule zijn om de aftrekbeperking te bepalen:
120 – (0,5 x coëfficiënt* volgens brandstoftype x CO2-uitstoot),
waarbij de volgende coëfficiënten toegepast worden:
1 = diesel;
0,95 = benzine, lpg, biobrandstof, elektrische voertuigen, etc.;
0,9 = aardgasmotoren en motoren met een vermogen onder de 12PK.
Bijkomend dienen de volgende zaken opgemerkt te worden:
- Er zal een ondergrens van minstens 50% aftrek gelden en een bovengrens van 100% (de 120% grens verdwijnt voor elektrische voertuigen).
Uitzondering: voor de wagens met een CO2-uitstoot die meer dan 200 gram uitstoten, zal een aftrekbeperking van 40% toegepast worden; - De brandstofkosten zullen zowel in de personenbelasting als in de vennootschapsbelasting beperkt worden in functie van de CO2-aftrekbeperking;
- De aftrekpercentages, bijgevolg ook de brandstofkosten, dienen berekend te worden per auto. Hierdoor is het aangewezen om een tankkaart voortaan te koppelen aan een specifieke wagen om de administratieve rompslop te vermijden;
- ‘Fake’ hybride wagens (met een energiecapaciteit van minder dan 0,5 kWh per 100 kilometer) aangekocht na 1 januari 2018: er zal geen rekening gehouden worden met het hybride karakter van het voertuig. Voor de berekening van de aftrekbeperking, zal steeds een vergelijkbare auto met dezelfde uitstootkenmerken gehanteerd worden alsof hij volledig rijdt op bijvoorbeeld benzine of diesel.
De berekeningsformule om het voordeel alle aard te berekenen, is daarentegen niet gewijzigd. Hierbij dient echter wel opgemerkt te worden dat de meest stabiele berekening over de jaren heen, diegene is van de elektrische voertuigen gezien de CO2-uitstoot uiteraard niet opgenomen is in de formule.
NEDC versus WLTP
Er werd sinds kort beslist om een strengere metingsmethode te hanteren, de WLTP-norm. Dit is het gevolg van het strengere klimaatbeleid en resulteert in lagere aftrekpercentages.
Belangrijk om weten is dat de NEDC-waarde nog zal mogen gebruikt worden tot en met 31 december 2020. Het gelijkvormigheidsattest zal beide waardes vermelden voor de nieuw aangekochte wagens.
Mocht u vragen hebben omtrent het bovenstaande, aarzel niet om ons te contacteren.