Hervorming patrimoniumtaks

Joachim Pauwels   |  

<< Terug naar B-CONNECTED

De Belgische belastingadministratie heeft een maatregel genomen die mogelijks impact op jouw organisatie kan hebben. Hieronder vind je een korte toelichting over deze aanstaande hervorming.

Vzw’s, internationale vzw’s (of ‘ivzw’s’) en private stichtingen zijn onderworpen aan een jaarlijkse belasting van 0,17% op de waarde van hun bezittingen (cf. de zogenaamde taks tot vergoeding der successierechten of patrimoniumtaks). Kort samengevat beoogt deze belasting de cumulatie van vermogen in dergelijke entiteiten te voorkomen. Nadat deze taks jarenlang ongewijzigd bleef, wordt de geldende regeling grondig hervormd in een ingediend wetsontwerp. Hieronder schetsen wij kort de highlights van laatstgenoemde:

1. Nieuwe progressieve tarieven en hogere vrijstelling

De nieuwe regeling voert een progressief tarief in, waarbij de volgende tarieven vooropgesteld worden:
– Eerste schijf van EUR 50.000: vrijgesteld;
– Op de schijf van EUR 50.000 tot EUR 250.000: 0,15%;
– Op de schijf van EUR 250.000 tot EUR 500.000: 0,30%;
– Boven EUR 500.000: 0,45%.

Het vaste tarief van 0,17% verdwijnt en de vrijstelling wanneer het belastbaar vermogen van de betrokken entiteit de grens van EUR 25.000 niet overschrijdt, wordt vervangen door een vrijstelling van de eerste schijf van EUR 50.000. Bovendien kunnen private stichtingen ook niet langer opteren om de verschuldigde taks meteen voor 3 jaar te voldoen.

2. Alle bezittingen worden geviseerd, ongeacht hun locatie

De belasting zal voortaan van toepassing zijn op het geheel van bezittingen van de vzw of private stichting “waar die zich ook bevinden”. Op basis van rechtspraak van het Grondwettelijk Hof, zijn in het buitenland gelegen onroerende goederen dus niet langer uitgesloten van de belastbare grondslag. Om eventuele dubbele belasting (deels) te vermijden, voorziet het wetsontwerp wel in een verrekeningsmechanisme voor de onroerende goederen die in het buitenland reeds aan een gelijkaardige belasting onderworpen zijn.

3. Belastingvermindering voor bepaalde sectoren

Om de impact van de nieuwe progressieve tarieven op bepaalde te ondersteunen sectoren te milderen, voorziet de wetgever een belastingvermindering voor welbepaalde sectoren. In het bijzonder gaat het om entiteiten actief in de zorgsector, de erkende maatwerkbedrijven, de medische huizen en de patrimoniuminstellingen waarvan minstens 75% van de bezittingen wordt aangewend door een van de vorige 3 vermelde instellingen. Voor al deze sectoren wordt de waarde van hun bezittingen verminderd met 62,3%, zodat er slechts 37,7% van de waarde van hun bezittingen effectief wordt belast. Hierdoor betalen deze instellingen nooit meer dan het huidige vaste tarief van 0,17% op hun bezittingen.

4. Anti-misbruikbepaling

Om alle vragen omtrent de precieze draagwijdte van de algemene antimisbruikbepaling de wereld uit te helpen, verduidelijkt de wetgever dat deze onverkort doorwerkt op het vlak van de patrimoniumtaks. De antimisbruikbepaling kan bijgevolg door de fiscale administratie worden ingeroepen bij afwezigheid van een wezenlijk niet-fiscaal motief.

5. Inwerkingtreding

De hervorming van de patrimoniumtaks treedt in werking op 1 januari 2024. De nieuwe regeling zal dus al van toepassing zijn op de aangiftes die ten laatste op 31 maart 2024 dienen ingediend te worden.

Onze PKF BOFIDI experten helpen je graag verder

De impact van de voorgestelde wijzigingen – en dan vooral de aanzienlijke verhoging van het tarief –valt dus niet te onderschatten. Uiteraard zal deze beknopte toelichting niet al jouw vragen kunnen beantwoorden. Wij stellen dan ook voor om dit nader te bespreken met je vaste PKF BOFIDI adviseur. Zo nodig, kunnen zij alvast een simulatie berekenen van de eventuele financiële impact op jouw organisatie.

Dit artikel werd geschreven door Joachim Pauwels en Claudia Cuyvers.


Vorige

«

Volgende

»