Als gevolg van de COVID-19 epidemie werken veel werknemers al enkele maanden thuis, hetzij volledig, hetzij een bepaald aantal dagen per week of per maand.
Ter compensatie van de daardoor veroorzaakte kosten voor de betrokken werknemers, kunnen werkgevers een belastingvrije kostenvergoeding betalen. Voor het gebruik van de eigen computer van de werknemer en het persoonlijk internetabonnement is dat 40 euro per maand. Ook andere kosten kunnen belastingvrij worden vergoed: de verwarming van de werkruimte, het elektriciteitsverbruik, het gebruik van de bureauruimte thuis en het eigen kantoormateriaal. De toegestane maximumvergoeding bedraagt 129,48 euro per maand.
Het blijkt nu dat heel wat bedrijven geen vergoeding voor coronathuiswerk betalen. In plaats daarvan blijven ze de bestaande werknemersvoordelen toepassen: de bedrijfswagen, maaltijdcheques en ook de tussenkomst in het woon-werkverkeer. De bedrijfswagen en de maaltijdcheques stellen geen probleem met betrekking tot het onderwerp telewerken. Immers, het belastbare voordeel van de bedrijfswagen hangt niet af van het woon-werkverkeer. En voor de maaltijdcheques geldt het principe van één cheque per gepresteerde werkdag, en dan maakt het niet uit of die werkdag op kantoor of thuis wordt gepresteerd.
Maar wie aan telewerken doet, verplaatst zich niet naar kantoor.
Het is dus niet meer dan logisch dat de betaling van een woon-werkvergoeding voor onbestaand woon-werkverkeer tijdens de dagen van telewerken niet toegestaan is. We bevelen dan ook aan om werknemers die aan telewerken doen hiervoor een specifieke vergoeding te betalen zoals hierboven beschreven. De vergoeding voor het woon-werkverkeer kan enkel betaald worden voor de dagen waarop de werknemer zich effectief naar kantoor verplaatst.