Gemengde en gedeeltelijke belastingplichtigen: een opfrissing van de spelregels inzake btw

Pieter Van Hauwaert   |  

<< Terug naar B-CONNECTED

Avatar foto

Pieter Van Hauwaert

Pieter is btw specialist en maakt deel uit van het Tax & Legal team bij BOFIDI

MEER VAN DEZE AUTEUR
View all Posts

Zoals eerder gecommuniceerd werd met ingang van 1 januari 2023 een nieuwe procedure ingevoerd voor gemengde belastingplichtigen die kiezen voor de btw-aftrek volgens het ‘werkelijk gebruik’. Deze gemengde belastingplichtigen moeten vanaf voormelde datum een voorafgaande kennisgeving langs elektronische weg indienen om de btw-administratie te informeren over hun keuze. Eveneens moeten zij bepaalde gegevens verstrekken in het kader van deze keuze, en zijn er belangrijke formaliteiten en deadlines van toepassing.

We merken echter dat de nieuwe procedure opnieuw veel vragen oproept bij de juiste spelregels rond de btw-aftrek door gemengde (en gedeeltelijke) belastingplichtigen. We zetten deze daarom nog eens op een rijtje.

Gemengde belastingplichtigen – btw-aftrek

Gemengde belastingplichtigen zijn belastingplichtigen die zowel belastbare als vrijgestelde handelingen verrichten (meer bepaald handelingen die één van de btw-vrijstellingen van art. 44 WBTW genieten).

Aangezien btw-vrijgestelde handelingen géén recht op aftrek van input-btw verlenen, genieten gemengde belastingplichtigen logischerwijze maar van een beperkt recht op aftrek van btw. Om de btw-aftrek te beperken, kunnen ze gebruik maken van 2 methodes.

Algemeen verhoudingsgetal

Gemengde belastingplichtigen zijn ‘standaard’ onderworpen aan de aftrekmethode van het algemeen verhoudingsgetal. Onder deze methode passen zij een aftrekbeperking toe naar verhouding van een breuk, met in de teller de omzet uit de btw-belastbare handelingen en in de noemer de totale omzet (zowel belastbare als vrijgestelde handelingen).

Bijvoorbeeld: een onderneming actief in verhuur van onroerende goederen verhuurt zowel afzonderlijke garageboxen, los van de verhuur van een bijhorende woning (belast) als woningen, al dan niet inclusief een garagebox, voor particulieren (vrijgesteld). De omzet (excl. btw) uit de verhuur van garageboxen bedraagt 20.000 EUR en de omzet uit de verhuur van woningen bedraagt 80.000 EUR.

Het algemeen verhoudingsgetal bedraagt 20% (20.000 EUR / 100.000 EUR).

Dit aftrekpercentage wordt toegepast op alle aankoopfacturen van goederen en diensten.

Werkelijk gebruik

Gemengde belastingplichtigen hebben ook de keuze om de aftrekmethode volgens het ‘werkelijk gebruik’ toe te passen.

Deze methode veronderstelt in principe het bestaan van duidelijk onderscheiden ‘activiteitensectoren’ en de mogelijkheid om kosten toe te wijzen aan de verschillende activiteitensectoren.

De btw-aftrek volgens het werkelijk gebruik wordt als volgt toegepast:

  • Btw op aankopen die uitsluitend toewijsbaar zijn aan belastbare uitgaande handelingen: 100% aftrek
  • Btw op aankopen die uitsluitend toewijsbaar zijn aan btw-vrijgestelde uitgaande handelingen: 0% aftrek
  • Btw op aankopen die voor zowel de belastbare als vrijgestelde handelingen worden gebruikt (“gemengde kosten, bv. kosten van boekhouders, algemene uitgaven, etc..): aftrek volgens een bijzonder verhoudingsgetal. Het bijzonder verhoudingsgetal kan op verschillende manieren worden samengesteld, zolang het maar leidt tot een ‘juiste’ aftrek van btw.

Deze methode leidt tot een compleet verschillende btw-aftrek dan deze volgens het algemeen verhoudingsgetal. Laat ons even het bovenstaande voorbeeld opnieuw aangrijpen: onder de methode ‘werkelijk gebruik’ zou de onderneming 100% van de btw mogen aftrekken op aankopen die enkel betrekking hebben op de garageboxen (bv. herstellingswerken, verbeteringswerken,…). Daarentegen zou ze geen btw mogen aftrekken op aankopen die enkel betrekking hebben op de woningen met bijhorende verhuur van de garages. Voor de aankopen die op beide activiteiten betrekking hebben, zal zij een bijzonder verhoudingsgetal moeten toepassen (bv. op basis van omzet, maar er kan ook een ander criterium worden gehanteerd).

Ondernemingen schatten best hun btw-positie zelf zo goed mogelijk in om te bepalen welke aftrekmethode het meest voordelig is, maar ook welke methode tot de meest ‘juiste’ btw-aftrek zal leiden.

De btw-administratie heeft namelijk ook het recht om de aftrekmethode volgens het werkelijk gebruik verplicht op te leggen, indien enkel deze methode tot een ‘juiste’ btw-aftrek zou leiden in een welbepaalde situatie (nl. in situatie waarin het algemeen verhoudingsgetal zou leiden tot een scheeftrekking in de heffing van btw). Dit moet situatie per situatie worden beoordeeld.

Uitzondering: niet-specifieke economische activiteit

Er bestaat een belangrijke uitzonderingsregel, die tot doel heeft te verhinderen dat belastingplichtigen gemengd btw-plichtig worden voor ‘bijkomende’ en vrijgestelde handelingen van onroerende of financiële aard.

Indien ondernemingen dergelijke ‘bijkomende’ handelingen stellen – bv. in het kader van het beheer van hun vermogen – zullen zij op basis van de uitzonderingsregel toch niet als gemengde belastingplichtige kwalificeren. Ze worden blijvend beschouwd als gewone belastingplichtigen met volledig recht op aftrek. Uiteraard mogen ze geen btw aftrekken op kosten die in rechtstreeks verband staan met de ‘bijkomende’ vrijgestelde handelingen.

Bovenstaande uitzonderingsregel geldt echter niet, indien de onroerende of financiële verrichtingen een ‘specifieke’ economische activiteit uitmaken van de betrokken onderneming. Bijvoorbeeld: immobiliënkantoren, banken, kredietinstellingen, etc.. Zij zullen steeds onderworpen zijn aan de regels inzake gemengde belastingplicht.

Gedeeltelijke belastingplichtigen… hetzelfde, maar toch niet helemaal

Gedeeltelijke belastingplichtigen zijn belastingplichtigen die zowel handelingen binnen de werkingssfeer van btw verrichten als handelingen die buiten werkingssfeer van btw vallen.

Typische voorbeelden zijn:

  • Overheidslichamen die naast hun overheidstaken ook commerciële handelingen stellen die binnen werkingssfeer van btw vallen
  • Ondernemingen (onderzoeksbureaus) die zowel belastbare handelingen stellen als studies van algemeen belang verrichten waarvoor ze werkingstoelagen ontvangen

Voor gedeeltelijke belastingplichtigen bestaan er geen specifieke wettelijke regels rond btw-aftrek zoals wel het geval is voor gemengde belastingplichtigen.

In principe hebben gedeeltelijke belastingplichtigen slechts recht op aftrek in de mate waarin aankopen bestemd zijn om te worden gebruikt voor belastbare handelingen (overeenkomstig het werkelijk gebruik). Zij onderzoeken best zeer grondig in welke mate zij recht hebben op btw-aftrek en hoe zij deze kunnen uitoefenen.

Onze Bofidi-experten helpen je graag verder

Heb je nog specifieke vragen over dit onderwerp? Aarzel dan niet om ons te contacteren. Het team van Bofidi experten helpt je graag verder.


Vorige

«

Volgende

»