Het is zover. Sinds 1 juli 2021 zijn de nieuwe regels inzake e-commerce en btw van toepassing. Ook de nieuwe vereenvoudigingsregelingen van het OSS-systeem (Ons Stop Shop) kunnen worden toegepast en zullen heel wat administratieve last verminderen. Niet in het minst voor webshops is de nieuwe regelgeving van groot belang.
Lees hieronder een overzicht van de nieuwe regels aan de hand van de drie subregelingen binnen het OSS-systeem:
- de Unieregeling (OSS EU)
- de niet-Unieregeling (OSS non-EU)
- de invoerregeling (IOSS)
1. De Unieregeling (OSS EU)
De Unieregeling zal kunnen worden toegepast voor de volgende categorieën van handelingen:
- A. Intracommunautaire afstandsverkopen
- B. Bepaalde diensten verricht door EU-ondernemingen
- C. Bepaalde leveringen via elektronische interfaces
A. Intracommunautaire afstandsverkopen (webshops)
Intracommunautaire afstandsverkopen zijn leveringen van goederen die worden verzonden of vervoerd door de leverancier vanuit een bepaalde lidstaat naar een andere lidstaat, voor B2C-klanten (particulieren of leden van de ‘bende van 4’).
Belangrijk is dat de vroegere drempelbedragen die in de EU golden (nl. 35.000 euro en 100.000 euro), volledig afgeschaft zijn. Vroeger diende men zich pas te registreren in een andere lidstaat als deze omzetdrempels overschreden werden op jaarbasis.
Volgens de nieuwe regels is er onmiddellijk (vanaf de eerste euro) btw verschuldigd in het land waarnaar de goederen worden verzonden.
Hierop geldt één belangrijke uitzondering: indien de jaarlijkse omzet uit al de intracommunautaire afstandsverkopen naar andere lidstaten én al de TBE-diensten (Telecommunicatie, Radio- en televisieomroep-, en Elektronische diensten) de drempel van 10.000 euro (excl. btw) niet overschrijdt, dan kan de onderneming btw aanrekenen van het land waaruit de goederen vertrekken. Dit is de zogenaamde uitzondering voor ‘micro-ondernemingen’. Hiervoor is bovendien vereist dat de leverancier in slechts één lidstaat gevestigd is. Je kan als onderneming altijd kiezen om toch btw te rapporteren in de lidstaat van aankomst van de goederen.
B. Bepaalde diensten verricht door EU-ondernemingen
De Unieregeling zal voortaan ook kunnen worden toegepast op diensten die vanuit btw-oogpunt worden gelokaliseerd in een andere lidstaat dan de lidstaat waar de dienstverrichter gevestigd is. Voorheen was het al mogelijk om via het ‘MOSS-systeem’ de btw af te dragen over TBE-diensten die voor particulieren in andere lidstaten werden verricht.
Deze regeling wordt nu ook uitgebreid naar andere types van diensten die inzake btw moeten worden gelokaliseerd in een andere lidstaat dan degene van vestiging.
Het gaat om bijvoorbeeld volgende diensten:
- diensten in verband met onroerend goed (lokalisatie in land ligging onroerend goed)
- personenvervoersdiensten (lokalisatie in land uitvoering vervoer, naar verhouding afgelegde afstanden)
- diensten die verband houden met culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, educatieve, amusements- of soortgelijke activiteiten, zoals beurzen en tentoonstellingen
- restaurant- en cateringdiensten (lokalisatie in land waar diens materieel plaatsvindt)
2. Niet-Unieregeling (OSS non-EU)
De niet-Unieregeling is gelijkaardig aan de Unieregeling wat betreft diensten die worden gelokaliseerd in een lidstaat waar de dienstverrichter niet gevestigd is. Deze regeling moet echter worden toegepast door ondernemingen die buiten de EU gevestigd zijn en die dergelijke diensten verrichten voor niet-belastingplichtigen met woonplaats in een lidstaat.
We geven een voorbeeld: Een Zwitserse onderneming verricht renovatiewerken (werk in onroerende staat) voor particulieren met woonplaats in Oostenrijk en Duitsland. Er is Oostenrijkse en Duitse btw verschuldigd (plaats ligging onroerend goed) door de Zwitserse onderneming.
De Zwitserse onderneming heeft de mogelijk om zich in een lidstaat naar keuze te registreren onder de niet-Unieregeling binnen het OSS-systeem om de lokaal verschuldigde btw te rapporteren en te betalen.
Zo vermijdt de onderneming de verplichting om zich in elke lidstaat afzonderlijk te registreren, wat vaak gepaard gaat met de zware last om een aansprakelijke vertegenwoordiger aan te stellen.
3. Invoerregeling (IOSS)
De invoerregeling kan worden toegepast door ondernemingen die afstandsverkopen van goederen verrichten waarbij de goederen vanuit een derde land worden vervoerd naar een afnemer binnen de EU. Deze goederen maken dus principieel het voorwerp uit van een invoer in de EU.
Omdat er vroeger problemen waren met de invoervrijstelling van btw voor ‘kleine zendingen’ (tot 22 euro) werd deze invoervrijstelling afgeschaft. Voortaan is elke invoer in het kader van afstandsverkopen principieel belast met btw.
Om douaneformaliteiten te beperken werd de invoerregeling in het leven geroepen voor zendingen met een intrinsieke waarde van niet meer dan 150 euro (excl. btw). Voor dergelijke zendingen kan een onderneming de IOSS-regeling toepassen. De regeling is wel niet van toepassing op leveringen van nieuwe vervoermiddelen, accijnsgoederen en leveringen met installatie.
Onder toepassing van de IOSS-regeling zal de invoer van het goed vrijgesteld worden van btw, maar wordt de btw-heffing wel verschoven naar de onderliggende levering door de leverancier aan de klant. De onderneming die een zending verricht, kan dan zijn IOSS-nummer meedelen aan de douane waarbij de invoer zal vrijgesteld blijven van btw en er ook geen douaneformaliteiten moeten worden vervuld. De leverancier moet echter btw aanrekenen aan de afnemer op de levering. Deze verschuldigde btw wordt via het IOSS-nummer gerapporteerd en afgedragen.
Afstandsverkopen via elektronische interfaces
Onder bepaalde omstandigheden zullen zogenaamde “elektronische interfaces” verantwoordelijk zijn voor de afdracht van de btw bij verkopen die via hen worden verricht. Hiermee worden in essentie de online marktplaatsen bedoeld, zoals Amazon, Bol.com, enzovoort. Zij zullen verantwoordelijk zijn voor de afdracht van de btw wanneer een leverancier via hun marktportaal:
- afstandsverkopen van goederen aan niet-belastingplichtigen vanuit derde landen verricht en die worden ingevoerd in de EU, en waarbij de goederen een intrinsieke waarde hebben van niet meer dan 150 euro
- ofwel goederenleveringen verricht (reeds in vrij verkeer in de EU) aan niet-belastingplichtigen in de EU, en waarbij de leverancier buiten de EU gevestigd is
Praktisch
Ondernemingen die zich wensen te registreren onder één van de bovenstaande OSS-regelingen, moeten dit doen via de Belgische webapplicatie Intervat. Vanaf 1 april kan je zo’n registratieaanvraag al indienen op Intervat. Deze aanvraag wordt normaal gezien in behandeling genomen vanaf 1 juli 2021. Na de registratie zullen er vanaf 1 juli 2021 OSS-aangiftes kunnen worden ingediend onder elke regeling.
Onder de Unieregeling en de niet-Unieregeling worden de aangiftes ingediend op kwartaalbasis. De kwartaalaangifte moet worden ingediend vóór het einde van de maand die volgt op dat kwartaal: april, juli, oktober, januari.
Onder de Invoerregeling moeten de aangiftes worden ingediend op maandelijkse basis. Deze moeten worden ingediend vóór het einde van de volgende maand.
De verschuldigde btw zal telkens moeten worden betaald binnen dezelfde termijnen die gesteld zijn voor de indiening van de aangiftes.
Ondernemingen zullen ook een boekhouding moeten voeren in de vorm van een register waarmee de inhoud van de OSS-aangiftes zal kunnen worden gecontroleerd. Dit register zal een minimum aantal elementen moeten bevatten. En moet bovendien tien jaar worden bewaard en elektronisch kunnen worden voorgelegd aan de controle-ambtenaren.