Update: Nieuwe onderzoekstermijnen vanaf aanslagjaar 2023 – Hof van Cassatie komt terug op vorige rechtspraak

Famke Baert   |  

<< Terug naar B-CONNECTED

In een vorig artikel hebben we de nieuwe onderzoekstermijnen vanaf aanslagjaar 2023 toegelicht. De fiscale administratie had meer tijd nodig de steeds meer complexere aangiftes te controleren. Dit leidde tot verlengde onderzoekstermijnen van 4-, 6-, tot zelfs 10 jaar in geval van fraude. Wat mag de fiscus juist controleren in deze verlengde onderzoekstermijn? Het Hof van Cassatie boog zich (opnieuw) over deze vraag.

Versoepelingen voor het verlengen van de onderzoekstermijnen voor fraude

Voor aanslagjaar 2022 moest de fiscus de belastingplichtige op ‘schriftelijke en nauwkeurige’ wijze inlichten waarom de onderzoekstermijn voor fraude ingeroepen werd. Vanaf aanslagjaar 2023 is een louter vermoeden van de fiscus voldoende om deze onderzoekstermijn van 10 jaar in te roepen. In het geval van dit soort vermoeden, moet de fiscus wel twee elementen kunnen aantonen.

Als eerste moet de fiscus een materieel element aantonen waarbij duidelijk is dat de belastingplichtige een inbreuk heeft gepleegd op de wetgeving. Als tweede moet de fiscus een moreel element aantonen dat aangeeft dat de belastingplichtige de fraude bewust heeft gepleegd. Deze elementen zorgen ervoor dat de fiscus niet lukraak zomaar onderzoekstermijnen kan verlengen.

Welke belastingelementen mogen onderzocht worden tijdens de verlengde aanslagtermijnen van 6 en 10 jaar?

Het Hof van Cassatie heeft nu beslist dat wanneer de verlengde onderzoekstermijn voor fraude gebruikt wordt door de fiscus, deze enkel en alleen gebruikt mag worden voor de elementen die ervoor gezorgd hebben dat de aanslagtermijn verlengd werd.
In de 10-jarige termijn mogen dus enkel de frauduleuze elementen onderzocht worden. Dit maakt dat niet-frauduleuze elementen niet meer deel uitmaken van de verlengde onderzoekstermijn. Deze dienen gecontroleerd te worden in de normale onderzoekstermijn van drie jaar (bijvoorbeeld: restaurantkosten, receptiekosten).
Of dat deze nieuwe uitspraak van het Hof ook van toepassing is voor de verlengde termijn van 6 jaar m.b.t. buitenlandse inkomsten/activiteiten is niet meteen duidelijk. Het zou logisch zijn dat het Hof van Cassatie zijn standpunt ook doortrekt naar de 6-jarige termijn, aangezien dat anders de belastingplichtige met een complexe-aangifte meer benadeeld wordt dan een belastingplichtige die fraudeert. Dit valt dus nog af te wachten.

Dit is een ander standpunt dat het Hof van Cassatie inneemt over de verlengde onderzoekstermijn met betrekking tot fraude ten goede van de belastingplichtige. De onderzoekstermijnen worden verlengd en versoepeld, maar aan de andere kant krijgt de belastingplichtige meer rechtszekerheid door de nieuwe uitspraak van het Hof van Cassatie.

Onze Bofidi-experten helpen je graag verder

Heb je nog specifieke vragen over dit onderwerp? Aarzel dan niet om Famke te contacteren. Het team van Bofidi experten helpt je graag verder.


Vorige

«

Volgende

»